Een sloppenwijk is een arme woonwijk aan de rand van een stad. De huizen zijn vaak zelf gebouwd met hout, plastic of golfplaten. Er is meestal geen vergunning om daar te wonen of te bouwen. De meeste huizen zijn klein, krap en slecht beschermd tegen regen of wind. Straatnamen, riolering of vuilnisophaaldiensten ontbreken vaak helemaal in deze wijken.
In een sloppenwijk wonen mensen met een laag of geen inkomen. Ze komen vaak uit dorpen, op zoek naar werk in de stad. Door woningnood eindigen ze in een wijk zonder goede voorzieningen. Water moet vaak gehaald worden bij een pomp of put. Toiletten worden gedeeld met veel mensen, of ontbreken helemaal.
Ziekte verspreidt zich makkelijk in zulke wijken door slechte hygiëne. Toegang tot artsen of ziekenhuizen is vaak beperkt of te duur. Kinderen gaan soms niet naar school vanwege geldgebrek of afstand.
Toch zie je veel veerkracht, hoop en solidariteit in deze wijken. Mensen helpen elkaar, bouwen samen en zorgen voor elkaars kinderen.
Sloppenwijken ontstaan vaak door snelle bevolkingsgroei in steden. Overheden kunnen de toestroom niet bijhouden met betaalbare woningen. Mensen zoeken toch onderdak, ook als dat illegaal of onveilig is. In Namibië zie je dit vooral rondom steden als Windhoek en Rundu. Mensen bouwen hutjes waar ruimte is, vaak zonder planning of voorzieningen.
Hulporganisaties proberen sloppenwijken leefbaarder te maken. Ze zorgen voor drinkwater, elektriciteit, scholen en medische posten. Soms bouwen ze nieuwe huizen of wijken samen met de bewoners. Toch blijft het een uitdaging vanwege armoede, werkloosheid en bevolkingsdruk.
Een sloppenwijk is dus meer dan alleen armoede. Het is ook een plek vol leven, strijd en hoop. Een plek waar mensen ondanks alles proberen vooruit te komen.