Hartzeer, dat is wat ik voel als je opnieuw het erf oploopt.
De 4e keer deze week, de zoveelste keer afgelopen maand.
Je kleine, snelle lijfje, je guitige ogen die zoveel zeggen, maar er geen gesproken woorden van kunnen maken.
Je hoofd die altijd een uitweg bedenkt om aan eten te komen. De snelheid van een Damra waarmee je je voortbeweegt. Je geur die me verteld dat je al dagen niet gedoucht bent of dat je kleding niet gewassen is.
Je leergierigheid aan de ene kant, als je naast me zit tijdens de huiswerk klas. Tegelijkertijd je rusteloosheid, je ogen die de omgeving en mensen scannen. Met je 8 jaar lees je niet, ken je nummer 1 tot en met 3, wellicht omdat je hoofd te vol zit. Je spreekt weinig, en juist daardoor zeg je heel veel.
Hartzeer omdat ik je rust gun.
Verdriet omdat ik je stabiliteit wens, wat juist ook enorm moeilijk is voor jou. De sleur en constantheid van de dag, langer dan een dag of 5 kun je niets. Je wilt dan vluchten, de vrijheid in. Eten uit de vuilnisbakken uit het dorp. Dat wat wij als ritme, regelmaat en structuur beschouwen, zijn voor jou vijanden.
Je hebt geleerd, veel te jong, om te overleven. Om je spullen en eten toe te eigenen voordat je het vraagt. Eerlijkheid is op jouw leeftijd geen optie, simpelweg omdat het je niet geleerd is en je er niet mee kunt overleven.
Op momenten als deze, dat je op jouw manier het erf oploopt; stoer, zelfverzekerd, uiterlijk blij, schreeuwt mijn hart. Ik voel de tranen lopen in mijn ziel, maar ik houd ze verborgen voor jou. Ik glimlach, speel met je, geef je mijn onvoorwaardelijke liefde en oprechte aandacht. Ik laat je gaan, als je wordt opgehaald om weer naar huis terug te gaan.
‘Doe recht Heer’, is mijn stille gebed voor hem, maar ook voor zovele anderen die hetzelfde leven leiden of moeten we zeggen lijden?